Meningen en berichtgevingen rondom Ark,2

Inhoud pagina

- Alweer een goed bericht van het actiefront.  22-07-2015

- Besluit op Bezwaar, (Pruiskesweg, Leukerweg, Kettingdijk) om vee zonder toezicht op de weg los te laten lopen, 14-07-2015, Burgemeester en Wethouders van gemeente Weert.

- Stand van zaken, 2 april 2015 

- Bezwaarschrift in tegen de aanwijzingsbesluiten om op gedeelten van resp. de Pruiskesweg en de Leukerweg vee zonder toezicht op de weg los te laten lopen,     31 maart 2015

(niet opgenomen wegens -bijna- gelijkluidend: Bezwaarschrift om op de Kettingdijk vee zonder toezicht op de openbare weg los te laten lopen, 31 maart 2015)

Alweer een goed bericht van het actie-front !!!

Namens de Ecologische Werkgroep Weert Zuid had ik bezwaren ingediend tegen de besluiten van Burgemeester en Wethouders tegen de aanwijzing van weggedeeltes waar het toegelaten zou zijn om vee los te laten lopen. Oversteekplaatsen voor de taurossen van Ark dus, zodat ze van de ene gebied nar het andere zouden kunnen lopen. Dat betrof een oversteekplaats op de Pruiskesweg en een op de Leukerweg (bij het Vosseven), maar ook de hele Kettingdijk.

Wij waren zeker niet de enigen die bezwaren hadden ingediend. In totaal waren er 45 zienswijzen en bezwaarschriften ingediend, die door 306 mensen waren ondertekend of mede-ondertekend.

Naar aanleiding van de bezwaarschriften hebben Burgemeester en Wethouders op de eerste plaats geoordeeld dat de bezwaarschriften ontvankelijk zijn. Dat is al een aantal felicitaties waard. Om te beginnen richting onszelf, omdat wij geen stichting of vereniging zijn, maar een informele vereniging. Ons functioneren wordt dan nauwkeurig beoordeeld voordat ons bezwaarschrift ontvankelijk wordt verklaard. Vanaf deze plaats willen wij echter ook de Vereniging Dorpsraad Altweerterheide feliciteren. Ook hun bezwaar is ontvankelijk verklaard. Zij zijn de enige dorpsraad die een vereniging is. Zij mag zodoende namens de hele gemeenschap van Altweerterheide spreken. Zij hebben dat ook gedaan, en als zodanig is hun bezwaar door B&W  geaccepteerd.

Vervolgens hebben Burgemeester en Wethouders de besluiten ten aanzien van zowel Leukerweg, als van Pruiskesweg, als van Kettingdijk herroepen.

De besluiten om vee op de openbare weg los te laten lopen worden teruggeschroefd. De besluiten worden in die zin herroepen, dat ze op dit moment worden ingetrokken. (noot Frans: er kan altijd weer een nieuw besluit genomen worden, maar dan beginnen de procedures ook weer van voren af aan)

De overweging van Burgemeester en Wethouders was, dat de gemeente een verantwoordelijkheid heeft ten aanzien van veiligheid op de openbare weg. Er wordt gesproken van “vermeende” onveiligheid.

Als Ecologische Werkgroep Weert Zuid vinden wij het jammer dat in de overwegingen Burgemeester en Wethouders alleen de veiligheid een rol speelt. Een inhoudelijke discussie over wat we in Weert willen met onze mooie natuur, gaat men zodoende uit de weg. Toch heeft men juist het argument van wildernisnatuur met grote grazers altijd naar voren gebracht in de argumentatie van de besluiten om de oversteekplaatsen toe te staan. Wij hebben dan ook veel argumenten aangedragen tegen deze vorm van beheer. Wij willen een vorm van beheer die aansluit bij de geschiedenis van onze gebieden, zowel op gebied van bio-diversiteit als van cultuur historie. Wij zouden de rol van een rondzwervende kudde taurossen graag ingewisseld zien voor de (hoofd)rol van een rondzwervende kudde schapen onder begeleiding van een herder.

Burgemeester en Wethouders stellen in hun overwegingen, dat de wijze van begrazingsbeheer in eerste instantie valt onder de verantwoordelijkheid van natuur beherende organisaties. Echter, de manier van beheren heeft ingrijpende gevolgen voor het landschap. Het landschap ligt gedeeltelijk vast in het gemeentelijke bestemmingsplan, maar ook in de Structuurvisie en in de Natuur en landschapsvisie die we nu aan het ontwikkelen zijn. Met andere woorden, de gemeente draagt zeker ook verantwoordelijkheid voor het soort beheer, in die zin dat ze verantwoordelijkheid draagt voor de uitkomst van dat beheer. De gemeente heeft een achteraf verantwoordelijkheid, maar ze kan natuurlijk beter vooraf sturend optreden.

Verder wil de gemeente meer duidelijkheid krijgen over het door beheerder Stichting Ark gewenste specifieke begrazingsbeheer met de taurossen. Ook wil men ruimte geven aan het overleg met betrokkenen hierover. Dit overleg met betrokkenen ziet men gesitueerd in de klankbordgroep van de dorpsraden van Stramproy en Altweerterheide over Ark. Ik zet hier echter vooralsnog mijn vraagtekens bij.

Als we bekijken wie de zienswijzen en bezwaarschriften tegen de oversteekplaatsen voor Taurossen hebben ingediend, dan zijn de leden van de klankbordgroep van de dorpsraden zwaar ondervertegenwoordigd. Van de 45 zienswijzen en bezwaarschriften, zijn er slechts 13 ingediend door klankbordgroepsleden. Bekijken we het aantal ondertekenaars en medeondertekenaars van de zienswijzen en bezwaarschriften, dat zijn dat er 306, waarvan slechts 14 KBG leden. Dat is slechts 5%.... De klankbordgroep lijkt dus niet erg representatief.

In deze berekening hebben we de achterbannen van Dorpsraad Altweerterheide, van de Ecologische Werkgroep Weert Zuid, en van de Menvereniging het Vurige Span buiten beschouwing gelaten. Zij hebben namelijk niet medeondertekend. Wat we hieruit overigens wel kunnen concluderen is, dat er ontzettend veel mensen achter de bezwaren tegen de oversteekplaatsen van de Taurossen staan.

Waarschijnlijk is er een direct verband tussen het bezwaar hebben tegen oversteekplaatsen voor Taurossen, en het bezwaar hebben tegen de Taurossen zelf. Immers, als je die beesten niet op de weg wilt hebben, wil je ze ook niet in de gebieden hebben waar je in de natuur recreëert, c.q. wandelt, fietst, paardrijdt, of naar plantjes of vlindertjes wilt kijken.

Maar bezwaar hebben tegen die taurossen zelf, blijkt weer niet uit de opstelling van de Klankbordgroep. Er mogen dus gerust vraagtekens gezet worden bij de aanwijzing van deze groep om te bekijken voor welk beheer er wel draagvlak bij de bevolking zou zijn. 

Wij zijn ook van mening, dat er met meer vertegenwoordigingen rekening moet worden gehouden om een draagvlak te krijgen dat men wenst. De natuurverenigingen zouden zeker een stem daarin moeten hebben, evenals ruiterverenigingen, hondenverenigingen, crossfietsers en wandelverenigingen. Maar we missen ook vertegenwoordigingen van recreatieverenigingen als het Vosseven en het VVV. En we zouden ook graag eens horen hoe ambtenaren van de gemeente die recreatie in hun pakket hebben over dit onderwerp denken.

En, zoals gezegd: wij zelf blijven natuurlijk pleiten voor een beheer door schaapskuddes met een herder. En misschien moeten we hier maar gewoon een actiegroep voor in het leven roepen. Voordat het schapenplan gerealiseerd is, zouden de boeren van Stichting Bronsgroen het beheer kunnen doen.

Het besluit herroeping Pruiskesweg heb ik in zijn geheel op de site gezet. De besluiten ten aanzien van de andere oversteekplaatsen zijn gelijkluidend.

Frans Smit

22 juli 2015

Nog geen veeroosters en loslopend vee op de openbare weg in Weert

Inmiddels zijn we in het naar voren brengen van onze mening over het taurossen-plan van Ark alweer een fase verder. We hadden zienswijzen ingediend tegen het los laten van vee (de taurossen in dit geval) op de openbare weg. Die goedkeuring van de gemeente is vereist, en is in feite voorafgaand aan de aanleg van veeroosters. Immers, als je geen vee mag los laten lopen op de weg, hoef je ook geen veeroosters aan te leggen.

Onze zienswijzen zijn niet overgenomen door het college van B&W van gemeente Weert. En daar zijn we het natuurlijk niet mee eens. Dan is de volgende stap: het indienen van een bezwaarschrift. Ik heb er twee ingediend: een voor de Pruiskesweg (bij het dierenasiel) en de Leukerweg (bij het Vosseven), en een voor de Kettingdijk. 

De roosters komen er nog (even?) niet. Kettingdijk, foto Frans.

Er is echter wel wat anders gebeurd. Er is logischerwijs nogal wat commotie ontstaan over het afschieten van onhandelbare taurossen in de wei bij Hilde achter het huis. B&W heeft aansluitend op de afwijzing van ons bezwaar tegen de veeroosters van de Kettingdijk vervolgens besloten om de uitvoering van de besluiten over veeroosters op te schorten.... Ze worden dus vooralsnog niet aangelegd.

Tegelijk met de zienswijzen had ik een bezwaarschrift ingediend tegen het aanleggen van veeroosters in de Kettingdijk (de procedures lopen lekker door elkaar om het makkelijker te maken :-) Ook dit bezwaarschrift is niet overgenomen door het college van B&W.

Om met de gemeente te kunnen “procederen” als Ecologische Werkgroep Weert Zuid, moeten we een officiële status hebben. We zijn echter geen vereniging of stichting. We zijn een werkgroep. Om als informele vereniging erkend te kunnen worden, moeten we onze zaakjes goed op orde hebben. De gemeente heeft geconstateerd dat wij aan alle vereisten voldoen. En dat vind ik best wel een compliment waar we trots op mogen zijn !!

Er is nóg iets positiefs te melden!

Ons bezwaarschrift tegen het los laten lopen van vee op de Pruiskesweg en de Leukerweg staat op de site. Het bezwaarschrift tegen het los laten lopen van vee  op de Kettingdijk is redelijk gelijkluidend, en staat daarom niet op de site. Het kan ook teveel worden.

Ik heb er weer wat fotootjes bij gezet om het wat lekkerder leesbaar te maken. Ook heb ik daarom een paar formaliteiten weggelaten.

Ik hoop dat jullie het zo kunnen waarderen

.

2 april 2015

Frans Smit

Bezwaarschrift tegen het los laten lopen van vee tussen veeroosters

Aan het College van Burgemeester en Wethouders van Weert.

Bij deze dien ik een bezwaarschrift in tegen de aanwijzingsbesluiten om op gedeelten van resp. de Pruiskesweg en de Leukerweg vee zonder toezicht op de weg los te laten lopen.

Uw besluiten zoals genomen op 10 feb. 2015 heb ik van u ontvangen. Alvorens te komen tot uw besluiten, reageert u op de binnengekomen zienswijzen, waaronder ook de door ons ingediende.

In navolgende zal ik op uw antwoorden op de punten van de door ons ingebrachte zienswijzen reageren:

Het eerste punt van onze zienswijze hebben wij als volgt samengevat:

“Door een inrichting van de natuurgebieden die erop gericht is kuddes vrijelijk door de gebieden met verschillende natuurtypes te laten trekken, vervalt de grond achter het door aanvrager aangedragen argument dat door beheer van rondtrekkende kuddes bescherming en versterking van de biodiversiteit wordt gediend.”

U voert daartegen aan, dat procesgestuurd natuurbeheer de door de provincie Limburg gekozen invulling is. U geeft echter niet aan in welke stukken van de provincie een en ander terug te vinden is.

Wel geeft u aan dat er bij procesgestuurd natuurbeheer nog steeds mogelijkheden bestaan om aanvullend beheer uit te voeren. De door de provincie gekozen invulling blijkt dus zowel niet dwingend alsook niet beperkt tot nietsdoen. Immers, ook de aantallen vrij rondtrekkende runderen en /of paarden zullen gereguleerd worden, en de dieren zullen verzorgd worden als gehouden vee . U suggereert een tegenstelling tussen ons standpunt en het uitgangspunt van systeembeheer die er niet is. Er is hooguit een verschil in de mate van sturing.

Parnassia moet mogelijk zijn in Weert. Foto Bettina, Solovetski

U stelt verder, dat de soortenrijkdom door vrij door het gebied trekkende runderen zal toenemen. Ook nu geeft u niet aan waarop dit idee gestoeld is. Waarschijnlijk is het op zogenaamd “expert judgement” gebaseerd. Welnu: in deze streek die wij door en door kennen, komen wij tot een ander “expert judgement”. Onze streek wordt gekenmerkt door zeer bijzondere soorten. We noemen bv. de soorten van het Oeverkruidverbond. Wij volgen hier al langer dan tien jaar de runderbegrazing overal in het gebied. Tot nu toe hebben wij niet geconstateerd dat de biodiversiteit daardoor vooruit gaat. Wij constateren stilstand in plaats van vooruitgang, terwijl vooruitgang overal in potentie aanwezig is. Wij constateren wel een toename van triviale soorten. Het lijkt ons dat wij beter in staat zijn tot een beoordeling dan mensen die uit heel andere streken met en heel andere geomorphologie komen. Veel beoordelaars komen uit gebieden met rivierklei en uit de löss gebieden.

Ons is al langer duidelijk dat 100% procesbeheer niet mogelijk, niet noodzakelijk en niet haalbaar is. Het gaat om het met zo weinig mogelijk sturing bereiken van evenwichten met natuurwaarden die horen bij de geomorfologische omstandigheden. Andere vormen van procesbeheer dan met vrij rondtrekkende kuddes runderen en paarden zijn mogelijk. Wijzelf zouden kiezen voor procesbeheer waarbij voor wat betreft de grote grazers gebruik wordt gemaakt van schaapskuddes, mogelijk aangevuld met andere diersoorten, als geiten, veulens, ezels en pinken. We zouden ook kunnen denken aan het terugfokken van het Kempische koetje. Juist door de (proactieve) sturing die met een dergelijk aanpak gepaard gaat, zal de biodiversiteit toenemen.

Triviale natuur in het Brook na jarenlange runderbegrazing. foto Frans.

Samenvattend lijkt ons de onderbouwing van uw reactie onvoldoende. U creëert een schijnbare tegenstelling tussen sturing en procesgestuurd, terwijl het gaat om de manier van sturing die hooguit resulteert in een beetje meer of minder sturing. Ons standpunt dat rondtrekkende kuddes runderen en paarden de biodiversiteit níet verhogen blijft overeind. Het bestuurlijk argument dat provincie Limburg procesgestuurd natuurbeheer wil, blijkt niet dwingend ten aanzien van rondtrekkend kuddes runderen en paarden. De verwachtingen ten aanzien van (bio)diversiteit liggen hoger met andere vormen van procesbeheer en met andere soorten grote grazers zoals met schapen.

Hiermee vervalt de grond onder de noodzaak om kuddes vrij rond te laten trekken. 

In uw besluiten neemt u de overwegingen over van uw concept besluiten. U voegt echter een alinea toe, die op zijn zachtst gezegd verbazing wekt. Direct na de eerste alinea voegt u toe:

“Daarnaast voert Stichting Ark tijdelijk, tot circa eind 2015,het beheer over haar gronden. Conform Natuurbeheerplan en beleidsvisie van de Provincie Limburg wordt voor Grenspark Kempen~Broek een grote robuuste eenheid met procesgestuurd natuurbeheer nagestreefd”

Hier wordt wel erg slordig omgegaan met bronnen. Bedoeld wordt waarschijnlijk het “Provinciaal Natuurbeheerplan Limburg 2016”. Hierin staat echter niets over Grenspark Kempen~Broek, laat staan over dat daarvoor een robuuste eenheid met procesgestuurd natuurbeheer  wordt nagestreefd. Welk stuk bedoeld zou kunnen worden met “beleidsvisie van de Provincie Limburg” is niet te achterhalen.

Het lijkt hier, dat u zich in uw overwegingen door onjuiste of onduidelijke bronnen laat leiden. Het lijkt me zaak een en ander goed uit te zoeken.

Ook de bronnen die u aanhaalt in uw reactie op onze mening dat het beter is te wachten met besluitvorming tot na de totstandkoming van de Natuur en Landschapsvisie, kunnen van de nodige kanttekeningen worden voorzien.

Toevalllig?.... Grapje! Deze foto staat niet echt bij de goede alinea.... Hij hoort bij voorbeelden van andere grote grazers. Ze grazen in de Waerbrookskoel. foto Helma.

U wijst hier op de Provinciale nota Natuur. Het is niet duidelijk welke nota u bedoelt, laat staan dat wij zouden kunnen nagaan waar in die nota’s bedoelde uitgangspunten  te vinden zijn. In de nota’s die ik ken (veel) wordt niet gepraat over procesgestuurd natuurbeheer.

U verwijst naar de beheervisie(s) van Vereniging Natuurmonumenten. Ook hier specificeert u niet verder. Wel heb ik in het verleden enkele nota’s gelezen. Mij is daarbij opgevallen dat er van start is gegaan met het uitgangspunt: zoveel mogelijk natuurlijk landschap met zo min mogelijk beheer. Dit bleek na tussentijdse evaluatie niet haalbaar ten aanzien van de natuurdoelen en /of soortendoelen, zodat men over is gegaan op beheer als half natuurlijk landschap. Ook in het “Grensoverschrijdend landschap Stramproyerbroek”spreekt men zich niet uit over vrij rondtrekkende kuddes runderen en paarden. Wel heeft men het over samenwerking ten aanzien van de verschillende natuurgebieden.

Dat de wijze van beheer van natuurgebieden in dit kader van dit besluit (vee op de openbare weg) niet ter beoordeling staat, is een niet ter zake opmerking. Ter zake is, dat een besluit over een doelstelling die vraagt om een specifiek beheer, met consequenties die verder reiken dan dat beheer als zodanig (bv. veiligheid en bio diversiteit), naar het zich laat aanzien nog nergens genomen is. Wel zijn (voor de gemeente Weert) de consequenties van dat beheer nu aan de orde, en daarmee is de doelstelling van het beheer aan de orde. Wij stellen voor om niet op besluitvorming vooruit te lopen.

Verder stelt u bij dit punt dat de aanleg van een oversteekplaats niet strijdig wordt geacht met de na te streven belangen in een Natuur en Landschapsvisie. Dit is wel heel erg voorbarig en vooruitlopend op. Bovendien niet erg solidair met de mensen die tijd en energie in een Natuur en Landschapsvisie steken....

De bedoeling van een Natuur en Landschapsvisie lijkt ons in ieder geval het voorkomen van ad-hoc beleid dat genomen wordt op basis van niet te traceren uitspraken in niet te traceren nota’s.

Het lijkt alsof u zich ook hier door onjuiste of onduidelijke bronnen laat leiden. Ook hier lijkt het zaak een en ander goed uit te zoeken.

Wij blijven er tegelijkertijd sterk op aandringen onderhavig besluit pas te nemen na en aan de hand van de op stapel staande Natuur en Landschapsvisie.

De na het afschieten overgebleven runderen in het Brook. Ook zij moeten nog weg. Maar, hoe ?? !!! foto Frans.

Ons volgende argument betreft de consequenties van aaneenschakeling tot grote gebieden voor de status van het vee.

In onze zienswijze gaven wij aan in relatie met de grootte van de terreinen een ontwikkeling te zien naar wild vee in plaats van gehouden vee. Hoe groter de terreinen, hoe meer verwilderd en dus hoe “wilder” het vee en hoe moeilijker het zal zijn om aan de vereisten van gehouden vee te voldoen. Veterinaire en andere verzorgingsmaatregelen zullen recht evenredig met het groter worden van het terrein steeds lastiger uit te voeren zijn. Wij zijn bang dat de terreinen op een gegeven moment dusdanig groot zijn, dat er ten aanzien van het niet kunnen uitvoeren van de vereiste verzorging sprake is van overmacht. Zo is het in de Oostvaardersplassen ook gegaan. Daarmee zijn we op een glijdende schaal aangekomen richting wild vee. Dit is des te meer verontrustender, omdat dit ook het fokdoel is: een zoveel mogelijk op de oeros gelijkend rund, zowel uiterlijk als genetisch. Er zal (al snel) een punt bereikt worden waarbij het nog moeilijk zal zijn de juiste status van de runderen te bepalen. De term verwilderd is dan minimaal van toepassing.

Wij hechten aan de zorgplicht die geldt voor gehouden vee. Wij willen geen “Oostvaardersplassentoestanden” (zie rapport KNMvD. (Dierenartsen: https://www.knmvd.nl/actueel/nieuws/item/10859558/Aanpassingen-beheer-grote-grazers-in-Oostvaardersplassen-voor-KNMvD-onvoldoende ).

Twee afgeschoten runderen. Het is niet goed als je zo met beesten om moet gaan. foto: ?

We zijn blij dat u stelt dat de status “wild” niet gewenst is. Maar we willen ook geen acties accepteren zoals deze onlangs hebben plaats gevonden tussen de Raam en de Heltenbosdijk: het afschieten van on(be)handelbare runderen in de wei. En dit was nog maar een relatief kleine wei.

We concluderen dan ook dat verwildering van runderen en paarden (onder andere) direct te maken heeft met de grootte van het beschikbare terrein. Als gemeente kunnen we daadwerkelijk invloed uitoefenen op de gewenste status van gehouden vee door geen gemeentelijk grond ter beschikking te stellen voor de vergroting van de terreinen.

Met schapen met zulke konten kom je aardig uit de kosten. Met de vruchtbaarheid zit het ook wel goed. Kudde van 750 schapen eind 2014 op Smeetshof. foto Frans.

Onze argumenten zoals aangevoerd tegen het hanteren van het kostenplaatje als argument ten gunste van beheer met runderen, worden in uw besluit niet weerlegd. Inderdaad spelen beheerkosten duidelijk een rol. Vaak wordt op allerlei manieren herhaald, dat de kosten van andere vormen van beheer, met name van het beheer met schapen, hoger zouden zijn dan het beheer met runderen. Dit is echter niet bewezen. Er zouden vergelijkende kostprijsberekeningen gemaakt moeten worden, zoals gebruikelijk in de agrarische sector. Deze worden echter niet op tafel gelegd. Mijn persoonlijke kennis van de agrarische sector en van schapenhouderij is voldoende groot om zwaar te twijfelen aan het argument voor kostenefficiëntie ten gunste van runderen. Ook is er bv. onlangs een “Gilde van traditionele schaapsherders” opgericht. Deze herders werken met kuddes traditionele rassen, bv. het Kempische heideschaap of het Mergellandschaap. Hiermede wordt cultureel erfgoed in stand gehouden. Zij komen daardoor en door de slechte slachteigenschappen van de traditionele rassen niet uit de kosten. Zij blijken concurrentie te ondervinden van “moderne schapenboeren” die blijkbaar wel uit de kosten komen. Er is een studie geweest dat met een kudde van 350 schapen (ooien) wel uit de kosten gekomen zou moeten kunnen worden (Onderzoek van Alterra (Wageningen) in opdracht van de provincie Noord Brabant). Bijkomend voordeel van schapenbegrazing is extra werkgelegenheid in de agrarische sector van Weert. In de nu ter beschikking staande natuurgebieden zouden meerdere kuddes, dus meerdere arbeidsplaatsen mogelijk zijn. Dit was mede een doelstelling van de provincie in de overeenkomst met Ark.

Mij lijkt dat alleen volledig wilde, dus “niet gehouden” runderen die dus niet verzorgd hoeven te worden inderdaad kostenefficiënter zijn. Dit echter ook pas na afschrijving van de investeringskosten bv. in prikkeldraad en wildroosters.

Er is onvoldoende financiële onderbouwing voor het argument van kostenefficiëntie ten gunste van beheer met vrij rondtrekkende runderen en paarden. Het is aannemelijk dat beheer met schapen financieel gunstiger zal zijn in relatie met gehouden vee. Alleen “wilde” of verwilderde runderen en paarden zullen mogelijk op den duur kostenefficiënter blijken dan schapen.  

Wie wil als eerste de wei in om te inventariseren? Dus wie blijft er nu eigenlijk achter het prikkeldraad? Overigens valt er ook hier na meer dan 10 jaar runderbegrazing weinig te inventariseren. foto Helma.

Ten aanzien van veiligheid en toegankelijkheid van onze natuurgebieden voeren wij aan dat door verminderde veiligheid binnen de natuurgebieden vooral door de aanwezige runderen, onze natuurgebieden daadwerkelijk (veel) minder toegankelijk worden.

U voert aan dat er “tal van” semi-professionals van twee clubs (Natuur Historisch Genootschap Limburg en Natuurpunt België) in de gebieden zijn geweest om veldonderzoek te doen. Dat zou bewijzen dat het wel goed zit met de veiligheid. (Terzijde: Ik ben ook lid van deze clubs. Ik denk dat het met “tal van” wel mee zal vallen. Ik heb weinig mensen bij me op de koffie gekregen.) Het lijkt me echter een redenatie die vergelijkbaar is met: ik ken mensen die op de Bocholterweg hebben gelopen, en toen is er ook niets gebeurd.

Dat veel gronden vroeger in gebruik waren door de agrarische sector, is ook geen geldig argument. De opdracht was om ze te onttrekken aan de agrarische sector met als een van de doelen openstelling en vrije toegankelijkheid. Iets langer geleden dan door u in deze bedoeld, waren die gronden ook in gebruik door de agrarische sector. Het waren toen vrij toegankelijke weidegronden voor schapen. 

Wij waarderen het dat u vindt dat het wenselijk zou zijn als er afspraken gemaakt zouden kunnen worden over continuering van het vrijwilligerswerk van de Ecologische Werkgroep Weert Zuid. Inderdaad worden onze vrijwilligerswerkzaamheden niet rechtstreeks geraakt door het aanwijzingsbesluit. Onrechtstreeks echter wel. De uitkomst is voor ons hetzelfde: een steeds groter ontoegankelijkheid van de natuur van Weert.

De aanwijzingsbesluiten versterken een beheervorm waarbij de toegankelijkheid van de gebieden sterk vermindert, en waar de mens in concreto wordt teruggedrongen achter prikkeldraad op de wegen. Door onze inventariseer activiteiten worden wij daar sterk mee geconfronteerd.

Wat betreft de aansprakelijkheid: de coördinator van een vrijwilligers groep die zich in het gebied begeeft, is ARBO-technisch aansprakelijkheid voor de veiligheid van de leden van de groep. Bij calamiteiten kunnen we hier ellenlange juridische procedures over verwachten. Ondergetekende staat hier niet op te wachten. Buiten dat is er een morele verantwoordelijkheid.

Hopende dat u in bovenstaande argumenten voldoende reden ziet om mijn bezwaar tegen het aanwijzingsbesluit om op gedeelten van de Pruiskesweg en de Leukerweg vee zonder toezicht op de weg los te laten lopen, gegrond te verklaren, tekent,

Frans J.F. Smit

31 maart 2015

Ecologische Werkgroep Weert Zuid. 

Bloemenzee na slechts enkele jaren schapenbegrazing op de voormalige stort van Altweerterheide. foto Marjon Hoogendam.