De perceeltjes waren broedplaatsen voor de Wulp. foto Gerard Hendriks (16-05-2015).
Het gebied Diesterbaan is bv door zijn lage ligging een (ideaal) gebiedje voor weidevogels waar boer en vogelbescherming altijd hebben samengewerkt. Het bord is nu nog aanwezig. Beide
percelen boden broedplaats aan de Wulp. Bekijken we de Limburgse actieplan bedreigde soorten, dan is het gebied Diesterbaan een gebied waar we zeker in Limburg beschermde soorten mogen verwachten. We noemen Zeggekorfslak, Vroege glazenmaker, Beekoeverlibel,
Kleine parelmoervlinder, Levendbarende hagedis, Waterspitsmuis, Kleine modderkruiper, Watersalamander en Heidekikker. We bedoelen dus: “potentieel aanwezig”, maar als men niet onderzoekt, is potentie doorslaggevend. Meer doorslaggevend in ieder
geval dan de Quickscan van een gebied op twee kilometer afstand.
Hier bovenop komt, dat de werkzaamheden aan de slootjes uitgevoerd zijn in de beschermde tijd van amfibieën.
Of er daarvoor vergunning of vrijstelling is aangevraagd bij “RAVON”, lijkt onwaarschijnlijk.
Ten aanzien van perceel sectie K nummer 2873 zijn wij het met de conclusie van gemeente Weert eens.
In ons bezwaar hebben wij gewezen op POL 2014 (Provinciaal Omgevingsplan Limburg), de Structuurvisie Weert 2025, de in ontwikkeling zijnde Natuur en Landschapsvisie voor gemeente Weert, en op de doelstelling van vergunningsvrager om in het gebied een
klimaatbuffer te realiseren. Het ophogen van gronden in het Beekdal strookt niet met deze nota’s. Hoewel de nota’s toch van niet geringe importantie zijn, stelt gemeente Weert dat ze niet als weigeringsgronden zijn opgenomen in artikel 35.7.3 van
het geldende bestemmingsplan. Wij kunnen ons echter niet voorstellen dat deze nota’s geen enkele invloed hebben op beleid, in dit geval op de ophoging van gronden in een beekdallandschap.
Het lijkt ons, dat deze rapporten voor gemeente Weert minimaal aanleiding hadden moeten zijn de geplande werkzaamheden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid te benaderen. Wij missen echter een dergelijke opstelling.
Gezien genoemde overwegingen verzoeken wij u:
1- De beslissing op bezwaar van de gemeente Weert ongegrond te verklaren.
2- De gemeente te belasten met de terugbetaling van door ons gemaakte proceskosten.
Inmiddels zijn de werkzaamheden begonnen.
3- Omdat er van de werkzaamheden op de percelen bekend als “omgeving Diesterbaan”,
gemeente Weert, sectie AH, nummers 88,89, 158, en 160 en sectie K nummer 2873, vooraf geen uitvoeringsplan is ingediend waarvan een gebiedsbeschrijving, beschrijving natuurwaarden, een kaart van de hoogteligging en een kaart van de geomorfologie en bodem
deel uit maken, verzoeken wij u de gemeente te gelasten alsnog deze stukken aan vergunningvraagster Stichting Ark op te vragen.
4- Ook verzoeken wij u gemeente te gelasten om Stichting
Ark opdracht te geven met terugwerkende kracht een flora en fauna scan van betreffend gebied te laten maken.
5- Aan de opdracht van de punten 3 en 4 verzoeken wij u de eis
aan de gemeente Weert te koppelen om Stichting Ark te gelasten dat het rapport en het onderzoek uitgevoerd moeten worden door een onafhankelijk onderzoeksbureau. Daarbij denken wij aan Alterra (Wageningen)
6- al dan niet in samenhang met bedoelde Flora en Fauna scan, verzoeken wij u te beoordelen of Stichting Ark de Flora en Fauna wet heeft overtreden.
7-
Aangezien ons enig archeologisch onderzoek op zijn plaats lijkt, verzoeken wij u de gemeente op te dragen om Stichting Ark te gelasten archeologisch onderzoek te laten doen door bureau Raap.
8- Indien uit voorgaande rapporten zal blijken dat er teveel en te diep is ontgrond, verzoeken wij u daarvoor passende maatregelen te gelasten, waarbij wij in ieder geval denken aan compensatie.
Omdat de werkzaamheden inmiddels zijn begonnen, is er aan het gebied schade toegebracht.
Het lijkt ons redelijk de aangebrachte schade te herstellen of deze te
compenseren.
Omdat Stichting Ark een mogelijk beroepstermijn na beslissing op bezwaar niet heeft afgewacht, lijkt ons dat herstel en compensatiemaatregelen voor rekening komen
van Stichting Ark.
9- Als compensatie voor de verwijderde houtwallen bij de percelen AH 88 en AH 89 verzoeken wij u compensatie aansluitend bij bestaande houtopstanden te gelasten,
vermeerderd met extra oppervlakte in verband met het zonder vergunning verwijderen van waardevolle opstanden.
10- Het perceel sectie AH nummer 160 dient in de oude staat hersteld
te worden.
11- Ter compensatie van de geleden schade aan de percelen sectie AH, nummers 158, en 160, en de te diepe ontgronding voor perceel AH 89, verzoeken wij u te oordelen dat
het perceel AH 158 (0.8 hectare) ingericht dient te worden als natuur, aansluitend op de naastgelegen vistrap in de Tungelroyse Beek.
Hopende dat u positief zult oordelen ten aanzien van onze verzoeken,
teken ik met vriendelijke groet
20 mei 2015
Drs. Frans J.F. Smit
Delbroekweg 3
6006VA Weert
Ecologische werkgroep Weert Zuid.
Bijlagen:
- 1 kopie Besluit omgevingsvergunning Raamweiden, 13 november
2014, kenmerk 2014/0585/OG, zaaknummer 28285
- 2 kopie Bezwaarschrift Raamweiden, 24 december 2014
-
3 kopie Verslag hoorzitting 6 februari 2015 door mevr. mr. Saida Chalh
- 4 kopie Beslissing op bezwaar, 8 april 2015, toezending 10 april 2015, kenmerk 32824
- 5 Kopie OmniVerde bv: Uitvoeringplan Raamweiden, 24 oktober 2014
- 6 Op dit moment is het technisch gezien onmogelijk
u foto’s van betreffende gebied als bijlage mee te sturen. U kunt daarvoor echter onze site raadplegen. Dit beroep hebben wij daarop volledig opgenomen, aangevuld met foto’s.
http://www.ecologischewerkgroepweertzuid.nl/411318053
Indien nodig zenden wij u foto’s en andere stukken gaarne op.