Delbroek, "Stort" Altweerterheide. verslagen 2013

Inhoud pagina

--- Achtergronden inventarisaties

--- verslag inventarisatie 29 juli 2013

--- Verslag inventarisatie 7 sept. 2013

--- Verslag inventarisatie 5 okt. 2013

Delbroek, de voormalige Stort van Altweerterheide, Weert, kent ook de foutieve benaming "Hazenheuvel". Zelf denken wij dan liever aan "Schapenheuvel" of "Leeuwerikkenheuvel".

Schapenheuvel ?

Leeuwerikenheuvel ?

Achtergronden inventarisaties.

De Ecologische Werkgroep Weert Zuid heeft officieel toestemming gekregen om op de voormalige stort te mogen inventariseren. We zijn daar erg blij mee.

De flora inventarisaties worden uitgevoerd door de "Inventarisatiegroep Tungelroyse Beek", de flora inventarisatiegroep van de Ecologische Werkgroep Weert. Regelmatig worden losse waarnemingen van andere soortgroepen meegenomen.

Voor het inventariseren van de vogels hebben wij Cor Caris en Ton Tullemans gevraagd. Enkele mensen van onze groep gaan graag met hen mee.

Zelf ben ik er goed bekend: ik woon ernaast.

De stort is een aantal jaren geleden helemaal ingepakt en afgedekt met een laag grond. Daarop zijn bomen en bosplantsoen aangeplant. Er wordt begraasd met schapen. Daardoor blijft het een open gebied. Dit is positief. Het gebied sluit aan op de Lauraheide - die op haar beurt weer aansluit op de Boshoverheide - en vormt m.i een stapsteen naar de Stramproyerheide en vervolgens naar de Tungeler Wallen en Kreyelerheide in België. Daardoor zijn de afstanden voor vogels, insecten, reptielen en straks mogelijk planten en korstmossen, overbrugbaar. Bv. een soort als de Heidevlinder zal zo misschien zijn weg weer naar de Tungeler Wallen kunnen vinden.

De vogelinventarisatie die Cor en Ton inmiddels hebben gedaan, versterkt ons vermoeden dat de stort een belangrijke rol speelt en heeft gespeeld in de herkolonisatie van Weert Zuid van soorten als Veldleeuwerik, Boompieper en Graspieper.  Er zit een enorme populatie, die a.h.w. een reservoir vormt voor de omgeving. De nieuw meanderende Tungelroyse beek heeft bijna zeker een rol gespeeld als lint waarlangs de herkolonisatie zich verspreidde. Van oorsprong zijn de vogels waarschijnlijk afkomstig van de Laura heide.

Flora inventariseren geeft de mogelijkheid om de ontwikkelingen in het gebied zorgvuldig te volgen en vast te leggen. Zelf heb ik onregelmatig alleen enkele losse notities gemaakt. Overigens is er al eerder geïnventariseerd en zijn die gegevens mogelijk bekend.  

In ieder geval is het nu aan ons om goed te monitoren (= met regelmaat te inventariseren en deze gegevens naast elkaar te leggen).

En....het wordt zeer op prijs gesteld als wij ideeën over inrichting en beheer aandragen.

Frans Smit

Delbroek, voormalige Stort Altweerterheide, Weert. Verslag inventarisatie 29 juni 2013.

Hazenpootje

Als we het hek dat rondom de stort staat als inventarisatiegrens nemen, komen we uit op 3 biotopen. We nemen daarin de particuliere stort langs de Hazenweg niet mee.

Om deze biotopen tot hun recht te laten komen, zullen we zeker nog een keertje terug moeten. We waren deze eerste keer met 6 mensen: Alda, Jack, Peter, Helma, Ruud en Frans.

In verdergaande onze eerste indruk van het gebied.

- Langs de randen van de stort blijken de restanten van een zeer bijzondere heischrale biotoop te liggen. De Delbroekweg liep vroeger dwars door de heides van Altweerterheide. Deze heide was een ingestoven zandwal die eindigde in het Wijffelterbroek. Waar de twee oude Robinia's staan, heeft vroeger een boerderij gelegen. Ook hier hebben we restanten van heischraal waargenomen. We hebben hier nog onvoldoende gekeken, maar we troffen er Hazenpootje en Vroege haver aan. Zandmuur, Hopklaver en IJle Dravik sluiten zich aan bij deze biotoop, evenals toch ook wel Akkerviooltje.

-Door de "slenk" in het midden zijn we naar boven gelopen. De vroegere stort is afgedekt met waterdicht "dakleer". Daarover liggen beschermende lagen, o.a. een laag keileem. Hoewel daarover gebiedseigen grond ligt -meestal de verwijderde voedselrijke toplagen uit natuurherstelprojecten -, is de invloed van het keileem terug te zien in de begroeiing. Met name doen de Meidoorns het goed, een soort die we niet vaak in de zandige Kempen zullen tegenkomen. De stort wordt begraasd met schapen. Gelukkig kan dit ook niet anders, omdat runderen waarschijnlijk de afdeklaag zouden kunnen vernielen. De roemruchte stierenkuilen van Ark zouden wel eens kunnen eindigen onder de afdeklaag.....

De naastgelegen stort van ongeveer 3 ha. was een "particuliere stort", en wordt "de stort van Kirkels" genoemd. Ze is niet afgedekt. Er grazen pinken en schapen. Het is een zeer vreemd idee dat er plannen zijn om op deze stort een Wellnesscentrum te bouwen.... Met het daarbij noodzakelijke gevoel voor PR heeft men deze stort gepromoot als de "Hazenheuvel", naar de zandweg die er langs loopt: de Hazenweg.

Bovenop Delbroek staan een groot aantal bijenkasten. Het aantal lijkt ons te groot voor het gebied. Bijen zijn prima, maar het is niet de bedoeling dat tamme bijen de wilde bijen verdringen.

De schapenbegrazing op Delbroek is niet gericht op natuurbeheer. Voornaamste doelen zijn het in de hand houden van Akkerdistels en het kort houden van de vegetatie. Schapen vreten de toppen uit de distels, zodat ze niet tot bloei komen en geen zaad kunnen zetten. Nadeel van dergelijke schapenbegrazing is, dat daardoor de ontwikkeling van een dichte grasmat bevorderd wordt. Ondanks dat troffen we er een redelijk aantal soorten aan. Klein streepzaad (veel), Ooievaarsbek, Biggenkruid, Bijvoet, Klein hoefblad en Zilverschoon. Allemaal leuk, en we zien ze graag, hoewel deze soorten niet echt bijzonder zijn.

- Bij de oude ingang ligt een poel met natte biotoop. Hier hebben we nog niet geïnventariseerd.

In totaal troffen we 86 soorten, waarvan 2 aandachtsoorten.

Frans Smit

9 juli 2013

Ecologische Werkgroep Weert Zuid.

Delbroek, voormalige Stort Altweerterheide, Weert. Verslag inventarisatie 7 sept 2013.

Frans, Jac, Els en Ruud. Helma stond voor het nemen van de foto nog hoger op de helling.

Bij de zij-ingang van de voormalige stort voor het huis van Frans verzamelden zich Ruud, Helma, Els en Jac Janssen. Met zijn vijven hebben we de stort beklommen. Ongeveer bij het voormalige "Pastoorshuis" of Lindenhof - waarvan nu alleen nog een tweetal Robinia's (!) zijn overgebleven - zijn we omhooggegaan, om vervolgens het pad aan de kant van de Diesterbaan te volgen. Nou ja, wat je volgen noemt. We gedroegen ons nog aardig als klimgeiten op de helling .

De vorige keer dat we er waren was op 29 juni dit jaar. Op de site staat bij deze datum informatie over het gebied. Nu, ruim twee maanden later, troffen we veel planten die we toen niet gesignaleerd hadden. We konden 40 à 45 soorten aan de lijst toevoegen, zodat we nu al op 130 soorten komen. En we zijn nog niet klaar....

Eenstijlige meidoorn

Deze keer konden we aan de planten opvallend goed zien dat voor de onderste afdeklaag leem (uit het rivierengebied?!) is gebruikt. Mogelijk mengen mollen steeds meer de leem met de bovenste lagen van "streekeigen" grond. We kwamen verschillende grote plekken Vijfvingerkruid tegen, evenals Heelblaadjes(aa = aandachtsoort), Veldlathyrus, Zeegroene rus en zelfs Veenwortel. De Meidoorns en de Egelantiers - ook "kleisoorten" - zaten prachtig in de rode bessen. Rond de hoek van het pad aan de kant van de Hazenweg zagen we zelf volop IJzerhard (RL = Rode Lijst soort). Deze soort houdt van wat puin met kalk. De paden zijn hier aangelegd met gebroken puin en dat vormt samen met de leem voor een uitstekende bodem voor deze soort.

Maar ook de soorten die we vaker in onze streken aantreffen doen het er goed. Op enkele soorten na als Wilde Bertram (aa) zijn het "gewone soorten", maar daarom niet minder leuk. We hebben genoten van de soms uitbundige bloemenpracht.

volgens ons beter dan taurossen.

De manier van begrazen is daarvan mede de oorzaak. Dit jaar heeft er een relatief kleine schaapskudde gestaan (ongeveer 200 schapen), en die is er permanent gebleven. De schapen worden omrasterd met een verplaatsbaar raster, en als ze de planten opgegeten hebben, worden ze verplaatst naar een volgend stuk. De planten lopen weer uit, en komen in bloei. Daardoor zijn er altijd wel ergens bloeiende planten. Dat is goed voor de biodiversiteit. Insecten vinden altijd wel ergens bloemen met nectar en stuifmeel.

Bij de hoofdingang aan de hazenweg ligt een poel. Voor zover ik kan nagaan wordt deze alleen gevoed met regenwater dat van de hellingen afkomt. De poel stond nu droog. Dat is prima. Dat heeft een verschralend effect, de stikstof verdwijnt uit de bodem, verdampt als het ware. De schapen hadden bovendien het Riet, Lisdodde en Mattenbies (aa) aardig aangevreten. Een ander positief effect van uitdroging op het einde van de zomer is, dat eventuele vissen doodgaan. Daardoor kunnen er zich straks bv. weer kikkers en salamanders in de poel voortplanten zonder als kikkervisje opgegeten te worden.  De poel blijkt redelijk bijzonder. We zagen Naaldwaterbies (aa), Grote kattenstaart (aa) en Schildereprijs (aa).

Vanaf de poel zijn we over de "top" van de stort teruggelopen. Zodoende hebben we ook nog kunnen genieten van het weidse uitzicht.

Na afloop hebben we koffie gedronken bij Frans. Dat zouden we vaker moeten doen, het was gezellig.

Frans Smit

Ecologische Werkgroep Weert Zuid.

17 sept. 2013

Delbroek, voormalige Stort Altweerterheide, Weert. Verslag 5-10-2013 inventarisatie.

Zwartwordende wasplaat

We waren met 7 mensen: Helma, Jac, Els, Hans, Ruud en Frans. Hilde kwam ons tegemoet toen we aan de achterkant van de bult liepen.
Vanaf de poort aan de Delbroekweg zijn we linksom langs het hek gelopen. We verwachtten daar nog wat plantjes van de heischrale biotoop te zien, maar al snel bleek dat het floraseizoen op zijn einde loopt: we vonden meer paddenstoelen dan bloemetjes. De paddenstoelen zijn de specialisatie van Els en Jac. Maar over de redelijk bijzondere vondst van de Zwartwordende wasplaten kan ik in zijn algemeenheid wel iets zeggen. We vonden vrij veel exemplaren van deze soort op zo ongeveer het enige stukje van de stort dat niet op de schop is geweest toen de bult een aantal jaren geleden helemaal waterdicht is ingepakt. Het is een stukje ouder grasland, onderaan de helling. Daar wordt nu al minimaal 15 jaar elk jaar met schapen begraasd. Wasplaten zijn kenmerkend voor dergelijke goed in evenwicht zijnde biotopen. Op de Schaapsdijk groeien ze ook, met name op de plek waar daar de meeste Gevlekte orchideeën groeien.

De "stort van Kirkels" oftewel de "Hazenheuvel". Een vreemd idee: hier een wellness centrum. foto Helma Tielemans. (klik op de foto voor vergroting)

Met het hek mee, bogen we aan het einde rechtsaf parallel aan de Vetpeelweg. Vervolgens liepen we rechtsaf langs de - niet ingepakte - particuliere "stort van Kirkels". Vanwege de ligging langs de Hazenweg wordt deze stort heel verbloemend "Hazenheuvel" genoemd. Het is een zeer vreemd idee dat deze stort een mogelijke locatie zou zijn voor een Wellnesscentrum. De nu aaneensluitende groene gebieden zouden daardoor uit elkaar getrokken worden. Dit terwijl men overal in het gebied natuurgebieden aan het verbinden is.


Op de scheiding van de twee stortplaatsen heeft men ervoor gekozen om het bosplantsoen dat bij oplevering na het inpakken aangeplant is, tot ontwikkeling te laten komen. Hier vindt dus geen begrazing door schapen plaats. Hier groeit Hazelnoot, Gelderse roos, Spaanse aak, Struikkamperfoeli, en natuurlijk doornstruiken. Meidoorn zien we overal terug op de stort omdat die de schapenbegrazing doorstaat. Hier zagen we echter ook Rimpelroos en de restanten van Akkerdistels. De keuze om het bosplantsoen alleen hier tot ontwikkeling te laten komen lijkt ons een goede keuze geweest te zijn. Bovenop de bult, waar de schapen het bosplantsoen in toom houden, troffen we een grote zwerm Veldleeuweriken. De stort lijkt rond Weert een zeer belangrijke - zo niet onmisbare - plek voor deze gewaardeerde en steeds zeldzamere soort.
 
Frans Smit
6 okt 2013
Ecologische Werkgroep Weert Zuid.

Rozenbottels Rimpelroos

Rimpelroos

Bosplantsoen en verruiging

Einde seizoen

(Speerdistel)