Tungelroyse Beek, inventarisatieverslagen 2015

Verslag 30 mei 2015 Tungelroyse Beek Diesterbaan richting Kruispeel

De zandkop tussen de bronmoerassen. foto Susan

We waren met zijn vijven: Gerard, Piet, Geer, Jac Janssen en Frans. Voordat we aan het inventariseren begonnen, hadden we al een heel verhaal over de situatie ter plaatse. De Diesterbaan was vroeger inderdaad de weg naar Diest. Hij liep (loopt) verder over de Laura heide richting Lozen. Dat hij vanaf de Tungelroyse beek tot aan de Bocholterweg nu ook Diesterbaan heet, is met weinig begrip voor de geschiedenis pas gedaan bij de ruilverkaveling. Voor die tijd heette het Delbroekweg. Dat de Diesterbaan juist daar door de bronmoerassen van de huidige Tungelroyse Beek gaat (Kruispeel en Kalverpeel), is nog steeds goed in het landschap te zien. Op deze plaats ligt een zandbult, en was het moeras erg smal (de beek is later pas gegraven. Hier lag een “voorde” een doorwaadbare plaats. Geer wist het verhaal nog verder aan te vullen. Aan de noordkant van de beek komt de Spekkestraat uit op de Diesterbaan. De naam spekke, of spikke enz. komen we vaak tegen: het is een plaats waar je het moeras door kon steken.

Egalisering van het beekdal aan de Spekkestraat. foto Frans

Jammer dat hier, op een dergelijke geschiedkundig belangrijke plaats, Ark bezig is met de botte bijl. Ze egaliseren het beekdal met de overtollige grond van hun beekdalherstel even verderop. Daarmee egaliseren ze ook de geschiedenis van het gebied. We hebben er dan ook beroep tegen aangetekend.

De inventarisatie van de meanderend gemaakte beek wilden we doen om de ontwikkelingen vast te leggen. Om de paar jaar bekijken we wel een stukje van de Tungelroyse beek. In het oog springend was, dat het gebied steeds verder dichtgroeit met bomen. Dan zijn daar vooral berk en Grauwe wilg, hoewel aan het begin op het zand ook de pioniersbegroeiing van zand staat: Grove den. Het gevolg is dat andere soorten verdwijnen of achteruitgaan, zowel op het land als in het water. Met name in het water is dat ook de bedoeling van het waterschap. Dan hoeven ze minder te maaien. Dat wordt dan “meer natuurlijk” genoemd.

Witte waterkers. foto Bettina

Grote afwezige was dan ook de Witte waterkers, die we voorgaande jaren in grote getale aantroffen. Een verdere vergelijking moet ik (ooit) nog maken. Nu kwamen we op 75 soorten, wat vrij weinig is.

Als enige bijzondere soort kwamen we Moeraswolfsklauw tegen.

Maar we hebben nog niet alles nagelopen. Opvallend was wel, dat de abundantie, de hoeveelheid exemplaren van de soorten, achteruit was gegaan. Het stuk waar de schapen van dierenarts Dré Coolen elk jaar even mogen lopen ziet er duidelijk beter uit. Als er echter niet snel een schaapskudde langs de hele beek gaat trekken, zal het hard achteruit gaan.

Frans Smit, 10 juni 2015